Luchtwegproblemen

Als paardenhouder kun je zelf veel doen bij het voorkomen van luchtwegproblemen en het managen van paarden met luchtwegproblemen. Denk daarbij aan:

• Een goed stalklimaat
  – Weinig stof(geen stro/hooi-opslag boven de stal
  – Goede ventilatie
  – Geen tocht
  – Schone stal om ammoniaklucht te minimaliseren
• Veel weidegang
• Regelmatig enten tegen influenza en eventueel Rhinopneumonie
• Weinig contact met vreemde paarden
• Goede cooling down na arbeid

• Vlas of zaagsel als bodemdekker geeft minder irritatie dan stro
• Hooi vooraf weken zodat het minder stoffig is
• Eventueel het paard in buitenstal plaatsen

Vaak zullen de symptomen na een paar dagen weer afnemen en knapt het paard weer op. Als je paard niet opknapt kunnen er grotere problemen ontstaan. Vaak worden dan de trilhaarcellen in de long aangetast. Deze trilhaartjes vangen in een goed werkende long stofdeeltjes op en werken deze met het aanwezige slijm naar buiten. Als het slijm en vuil achterblijft in de longen moet het paard gaan hoesten om alles naar buiten te werken.

Helaas is het zo dat bij iedere keer hoesten er longblaasjes beschadigen. Als er teveel blaasjes beschadigen kunnen de longen niet meer herstellen. Daarnaast is het aanwezige slijm en vuil in de longen een prima leefomgeving voor bacteriën. Bel dus op tijd je dierenarts als een verkoudheid niet binnen 10-14 dagen over gaat.

Acute luchtwegproblemen zien we met name bij jonge dieren, aangezien hun afweer nog niet zo goed ontwikkeld is als bij een volwassen dier. Af en toe als de afweer bij volwassen paarden onderdrukt is (bijvoorbeeld door stress of contact met geïnfecteerde paarden) slaat een verkoudheid ook bij deze groep aan. Meestal is de prognose voor het paard gunstig. Als het niet vanzelf overgaat is in dit stadium de verkoudheid goed te behandelen met medicijnen.