Tweelingdracht komt bij merries vaak voor. In warmbloedmerries ziet men bij 8-10% van de merries een tweeling bij de eerste scan op 15-18 dagen dracht. Helaas zal slechts 2% van de tweelingdrachten daadwerkelijk leiden tot geboorte van een levensvatbare tweeling. De rest zal voortijdig afsterven of verwerpen. Dit heeft te maken met de ruimte in de baarmoeder van de merrie. Die is niet groot genoeg om twee veulens van de nodige voedingsstoffen te voorzien. Daardoor vindt doorgaans een vroegtijdig einde.
Daarom is het inmiddels gebruikelijk om te trachten een tweelingdracht vroegtijdig op te sporen door op de 15e of 16e dag na de dekking de merrie echografisch op dracht te controleren. Indien er een tweeling gevonden wordt, kan op dat moment eenvoudig een vrucht verwijderd worden. Met de hand wordt een van de vruchtjes kapot gedrukt en de ander kan normaal verder groeien.
Indien de merrie ook rond de dekking onderzocht wordt, kan men nauwkeurig vast stellen of er een of meerdere ovulaties hebben plaatsgevonden. Bij een dubbele ovulatie moet men extra alert zijn op tweelingdracht. Het komt ook voor dat er slechts een ovulatie geconstateerd is en er toch een tweelingdracht gevonden wordt. Het kan zijn dat er op een later tijdstip nog een follikel heeft geovuleerd (split-ovulatie) die alsnog bevrucht is. Dit zie je vooral bij sperma van goede kwaliteit en kan soms na 4-5 dagen...